Buck-Tick J-Music Guide

Buck-Tick is een van de meest invloedrijke bands uit de eerste visual kei-golf, maar heeft in het westen nooit de populariteit behaald waar X Japan bijvoorbeeld wel op kan rekenen. Behoorlijk vreemd want Atsushi Sakurai heeft een van de meest karakteristieke stemmen van de visual kei en op een kleine bezettingswisseling in het prille begin na speelt Buck-Tick al sinds de oprichting in een ongewijzigde bezetting.

En dat zonder lange pauzes. De band experimenteerde weliswaar met verschillende muziekstijlen, maar dat doet praktisch iedere Japanse rockband. Dit heeft ze een ietwat wisselvallig en aan smaak onderhevig oeuvre opgeleverd, maar wel een vol muziek die de moeite waard is.

In hun begindagen was Buck-Tick hoorbaar beïnvloed door Boøwy en Japanse punkbands als The Stalin. De band bestempelde hun sound in die tijd als “positive punk”. Door de jaren heen kropen er langzaam maar zeker steeds meer duisterdere elementen de muziek in – iets wat bijzonder goed bij het stemgeluid van Sakurai past – en transformeerde Buck-Tick langzaam van een post-punkband naar een rockband met stevige elektronische en industriële elementen.

De laatste jaren zijn die elektronische elementen wat meer naar de achtergrond verdwenen en grossiert het vijftal vooral in uitstekend geschreven, pakkende rock- en popsongs met hier en daar een donker randje.

Buck-Tick in hun beginjaren (rond 1985-1987). Afbeelding via Middle-Edge.
Buck-Tick in hun beginjaren (rond 1985-1987). Afbeelding via Middle-Edge.
Buck-Tick in 2016. Foto via Spice Eplus.
Buck-Tick in 2016. Foto via Spice Eplus.

Het oeuvre van Buck-Tick is zo omvangrijk en gevarieerd, dat het nauwelijks te geloven is dat het vijftal al meer dan drie decennia uit dezelfde muzikanten bestaat. De stem van Sakurai en zijn erotisch getinte teksten zijn de factoren die het geheel herkenbaar houden. En heel misschien de melodieuze baslijnen van Yutaka Higuchi, die zelden heel prominent, maar altijd heel typerend zijn.

Verder zorgt de experimenteerdrift van de band – en dan met name gitarist Hisashi Imai – ervoor dat Buck-Tick zichzelf blijft uitdagen. Dat niet ieder album hetzelfde publiek aanspreekt is eigenlijk des te interessanter.

De must-have: Juusankai wa Gekkou (2005)

Om kennis te maken met Buck-Tick is ‘Juusankai wa Gekkou’ niet het beste album, want het is een vrij uniek album binnen het oeuvre van de band. Het is echter wel het album waarop het vijftal hun krachten optimaal benut.

Het album wordt vaak bestempeld als gothic en dat is gezien de duistere teksten en de algehele horror-achtige sfeer niet helemaal onterecht, maar de muziek klinkt meer als een post-punk- of new waveband die ontdekt heeft hoeveel beter hun sound is als ze de samples en gladde producties verruilen voor een organisch geluid. ‘Juusankai wa Gekkou’ is een duister, sfeervol en knap gecomponeerd kunstwerk.

13kai

Dat betekent niet dat ‘Juusankai wa Gekkou’ perfect is. Met een speelduur van een kleine zeventig minuten is het album ietwat aan de lange kant en Diabolo -Lucifer- en Seraphim vallen qua sfeer ietwat buiten de boot, maar dat neemt niet weg dat er een uur aan uitstekende muziek op staat. Muma – The Nightmare is een van de meest meeslepende Buck-Tick-nummers, het refrein van Alive springt eruit en sfeervolle nummers als Doll en Passion grijpen je bij de keel en laten je niet meer los.

De “less is more en elke noot telt”-aanpak van ‘Juusankai wa Gekkou’ is opvallend, na ruim tien jaar van behoorlijk druk geproduceerde albums, maar resulteert wel in het meest consistente album dat Buck-Tick tot dusver maakte.

Stijlwisselingen

Hoewel de meest rigoureuze stijlwisseling midden jaren negentig plaatsvond, heeft Buck-Tick zich eigenlijk van het begin af aan al niet te veel op een specifieke stijl gericht. De “positive punk” van hun debuutalbum ‘Hurry Up Mode’ en opvolger ‘Sexual XXXX’ (beide 1987) ontwikkelde zich al snel tot een sound die ergens in het grijze gebied tussen powerpop en melodieuze J-Rock in ligt. Op ‘Taboo’ (1989) experimenteerde Buck-Tick voor het eerst met duisterdere elementen. Deze combinatie komt vooral op ‘Aku no Hana’ (1990) en ‘Kurutta Taiyou’ (1991) goed tot zijn recht.

buck tick albums
De albums Hurry Up Mode, Sexual XXXX, en Taboo.

Op het laatstgenoemde album begint Buck-Tick eveneens voorzichtig elektronische sounds in hun muziek op te nemen. Het navolgende ‘Darker Than Darkness -Style 93-’ (1993) duwt de samples en elektronica wat meer naar de voorgrond en dat bepaalt ruim een decennium lang Buck-Tick’s sound. Deze periode staat bekend als hun cyberpunkperiode, al wordt die term in die tijd gebruikt voor alle muziek waar zowel elektronische ritmes als luide gitaren in voorkomen. Industriële rock is een duidelijkere omschrijving voor hoe Buck-Tick destijds klonk.

De albums
De albums Aku no Hana, Kurutta no Taiyou, en Darker Than Darkness.

Het is niet zo dat Buck-Tick in deze periode geen goede nummers opnam. Sterker nog, in de vorm van Yuuwaku, Heroin, Zangai, Kalavinka en 21st Cherry Boy brengt de band tussen 1993 en 2003 een aantal regelrechte klassiekers uit die nog steeds tijdens hun concerten gespeeld worden, maar over het algemeen zijn de samples en elektronische geluiden zo nadrukkelijk aanwezig in de producties, dat ze de neiging hebben om af te leiden van de composities.

Desondanks – en ondanks zijn onooglijke hoes – is het bizar getitelde ‘Sexy Stream Liner’ (1997) een hele degelijke plaat en samen met ‘Darker Than Darkness -Style 93-‘ het best in elkaar stekende industriële album van Buck-Tick.

Tijdperk

Met ‘Juusankai wa Gekkou’ kwam er een einde aan de elektronische periode van Buck-Tick. Hoewel het album weinig gelijkenissen vertoont met de albums die volgen, leidt het wel een tijdperk in waarin Buck-Tick hun livegeluid als band meer de ruimte geeft. Alternatieve rock krijgt daardoor een prominente plek op albums als ‘Tenshi no Revolver’ (2007), ‘Memento Mori’ (2009) en ‘Arui wa Anarchy’ (2014), maar hartstochtelijke ballades, dansbare rocksongs en krachtige popsongs bepalen net zo sterk het geluid van de band.

De albums
De albums Tenshi no Revolver, Memento Mori, Arui wa Anarchy.

Zelf noemt de band het geluid uit deze tijd “straight rock”. Deze stijl komt het beste uit de verf op ‘Yume Miru Uchuu’. Hierop beweegt Buck-Tick zich met groot gemak heen en weer tussen U2-achtige, galmende gitaarsounds (Miss Take -I’m Not Miss Take-), ritmische electrorocknummers (Elise no Tame ni -ROCK for Elise-, Inter Raptor), swingende stadionrockers (Only You -We Are Not Alone-, Lady Skeleton, Yasou) en dromerige ballades (Yume Miru Uchuu, Yumeji). Het album heeft een echt livegevoel, maar zorgt er wel voor dat de stem van Sakurai alle ruimte krijgt die hij verdient.



Nieuw tijdperk

Het is nog te vroeg om vast te stellen of Buck-Tick een nieuw tijdperk heeft ingeluid, maar met hun meest recente album ‘Atom Miraiha No. 9’ (2016) lijkt de band wel weer voor een andere benadering te hebben gekozen. De elektronische sounds zijn terug, maar lijken nu wel een wat subtielere plaats in de muziek gekregen te hebben.

Daarmee vormt het materiaal de perfecte combinatie van alle stijlen die Buck-Tick in het verleden speelde. Het dreigende openingsnummer cum uh sol nu -Frasco no Besshu- en de fantastisch opgebouwde, donkere ballade Ai no Souretsu behoren in ieder geval tot het beste materiaal dat de band tot dusver uitbracht.

Verzamelalbum

Wil je kennismaken met deze band of als groot fan het beste uit de afgelopen 30 jaar nog eens willen horen? Goed nieuws! 20 september, 2017 is er namelijk een gloednieuw verzamelalbum uitgebracht van Buck-Tick: het “30th Anniversary Best Album” met nummers van 1987 t/m 2016!

Het album is op moment van schrijven alleen nog verkrijgbaar bij o.a. CDJapan en Amazon maar wie weet vinden we deze in de toekomst ook nog wel in het assortiment van Bol.com! En tenslotte nog een kleine video compilatie (gemaakt door een fan op YouTube) die je een glimps laat zijn van de mannen in de afgelopen 30 jaar:



Coverfoto: via JVC Music.

Kevin Pasman
kevymetal@hotmail.com

Kevin is altijd op zoek naar de beste muziek van over de hele wereld. Hij is altijd benieuwd naar de drijfveren van de muzikanten die erachter zitten en verdiept zich er graag in. Voor de The Sushi Times schrijft hij over de tofste Japanse bands maar wil je meer lezen? Kijk dan ook op zijn eigen site kevymetal.wordpress.com!

Geen reactie's

Geef een reactie