11 okt De 47 rōnin: criminelen of helden?
Films, games, anime, manga en andere comics, tig boeken, toneelstukken en zelfs opera; het verhaal van de 47 rōnin is de afgelopen eeuwen al ontelbare keren her-verteld. Dat zorgt er echter wel voor dat de feiten soms een beetje zoek raken tussen alle fictie. Dus… tijd om de waarheid op te zoeken!
Het Akō Incident
Het verhaal van deze meesterloze samurai begint in 1701, toen ze nog wél een meester hadden; Asano Naganori, landheer van het Akō domein. Hij kreeg de opdracht om een gepaste ontvangst te regelen voor een afgezant van de keizer, in Kasteel Edo – het paleis van de Shogun. Asano zelf was van relatief lage komaf, en niet erg bekend met de etiquette van hogere heren. Daarom moest hij instructies krijgen van ceremoniemeester Kira Yoshihisa.
Wat de precieze aanleiding was is niet bekend, maar er ontstond een ruzie tussen die twee, waarbij Asano Kira aanviel met een kortzwaard. Mogelijk ging het om persoonlijke beledigingen of een gebrek aan gebruikelijke giften. In de meeste (fictieve) versies van dit verhaal wordt Kira namelijk afgeschilderd als een gemene en corrupte oude man. Uit bronnen uit die tijd blijkt echter dat Asano altijd al een lomp en onstuimig figuur was, met een heel kort lontje.
Hoe dan ook, de regels waren duidelijk; iedereen die een wapen trok binnen de muren van Kasteel Edo, stond de doodstraf te wachten. Nu zou je kunnen zeggen, waar er twee vechten hebben er twee schuld. Maar terwijl Kira er vanaf kwam met een waarschuwing, moest Asano seppuku plegen. Al zijn bezittingen werden in beslag genomen, inclusief huis en landgoed. Alle mensen die bij hem in dienst waren, werden in één klap werkloos; zijn samurai waren rōnin geworden.
Misleiding en voorbereiding
Onder deze werklozen bevonden zich 47 mannen die het er niet zomaar bij lieten zitten. Zij zagen het als hun plicht om wraak te nemen namens hun meester. Maar… dat deden ze niet meteen. Kira zag de bui wel hangen, en had spionnen ingehuurd om de rōnin in de gaten te houden, plus wat extra mensen om hem te beschermen. Direct toeslaan had dus een grote kans om te mislukken. In plaats daarvan planden ze in het diepste geheim een gecoördineerde aanval, wat vele maanden in beslag nam. Bovendien moesten ze ook nog (illegaal) wapens naar Edo smokkelen.
De meeste rōnin zochten ondertussen tijdelijk ander werk als handelaren of ambachtslieden. Een enkeling ging bij tempels aan de slag, om informanten van zich af te schudden. Niemand zou immers vermoeden dat een monnik bezig was een moord te beramen. De leider van de groep, Ōishi Yoshio (ook wel Kuranosuke), ging juist de andere kant op; richting de goot. Hij deed zijn best om in het openbaar samurai-onwaardig gedrag te vertonen, zoals constant dronken zijn en bordelen bezoeken. Naar verluidt allemaal om Kira te doen denken dat ze niets van plan waren, al is het maar de vraag in hoeverre dit gespeeld was.
Koppensnellers
In de winter van Genroku 15 (1703) waren ze er dan eindelijk klaar voor. Op een stille, besneeuwde nacht marcheerden de 47 rōnin richting het (inmiddels amper bewaakte) huis van Kira. Daar splitsen ze zich op in twee “teams”; één voor de voordeur en één voor de achterdeur, met ieder een eigen taak.
Een paar hadden ladders meegebracht om over de muren te komen, een paar zouden de bewakers in de tuin uitschakelen, en de rest ging de woning in voor de echte klopjacht. Alleen Terasaka Kichiemon -die geen samurai status had- mocht op het laatste moment niet meedoen. Wellicht zodat ten minste één iemand het zou kunnen navertellen.
Kira zelf was een 60-jarige ambtenaar (geen vechter) en verstopte zich zodra het gevecht begon. Het handjevol bewakers werd snel genoeg overmeesterd, aangezien ze veruit in de minderheid waren. Verder waren er enkel vrouwen en bediendes aanwezig, dus tegenstand was er nauwelijks. Het werd al snel een dodelijke speurtocht.
Toen de rōnin Kira vonden, stelden ze eerst nog voor dat hij zelf een eind aan zijn leven maakte. Toen hij dat weigerde, scheidden ze zijn hoofd van zijn romp, maakten ‘m netjes schoon, en brachten het naar het graf van hun meester.
In de voorbije eeuwen van oorlogvoering was dat de standaardprocedure om beloond te worden na een veldslag. Maar ja, begin 18e eeuw was het al honderd jaar vredestijd… Volledig bewust van hun illegale daad vertrokken ze hierna naar de autoriteiten om zichzelf aan te geven.
Straf of geen straf
Wraakacties zoals deze waren nu expliciet verboden, maar vroeger heel normaal. Bewonderenswaardig zelfs. Dat riep een aantal lastige vragen op voor de rechtspraak. Hoe hoort een samurai zich te gedragen? Wat was belangrijker, de (Confucianistische) waarden en normen van hun klasse, of de huidige wetten van de Shogun? De meningen hierover waren -zeker destijds- aardig verdeeld. Bovendien zou het gewoon een PR stunt geweest kunnen zijn; een demonstratie van hun toewijding, voor een eventuele nieuwe werkgever.
De ‘auteur’ van Hagakure (soms wel eens het “samurai handboek” genoemd), Yamamoto Tsunetomo, vond het bijvoorbeeld maar een stel waardeloze mannen. Volgens hem hadden ze veel te lang gewacht. Wat als Kira was overleden in de tussentijd? Dan was er geen enkele kans op eerherstel geweest. Een ware samurai moet actie ondernemen binnen zeven ademhalingen, aldus Tsunetomo.
Chūshingura
Dat de 47 rōnin uiteindelijk toch bekend zijn komen te staan als mannen die loyaliteit en eer hoog in het vaandel hadden, is vooral te danken aan popcultuur. Binnen enkele weken na het voorval had iemand er al een bunraku toneelstukje over geschreven! Die werd weliswaar meteen verboden, maar het voorval bleek een heel populair onderwerp voor theater, met name kabuki.
Er waren letterlijk tientallen adaptaties, waaronder Kanadehon Chūshingura (“voorraad van loyale vazallen”) een regelrechte superhit bleek. Deze versie van het verhaal is zelfs zo bekend dat het lange tijd (eigenlijk nog steeds) gezien is als “echt”, met name in het buitenland.
Ook voor prenten was dit een winstgevend onderwerp. Censuurwetten over het afbeelden van recente geschiedenis werden eenvoudig omzeild door de afgebeelde personages andere namen te geven (overgenomen van de Chūshingura). En dus drukte men ontelbare prenten; scenes uit het (kabuki) verhaal, acteurs, krijgers, parodie versies met courtisanes… noem maar op. Utagawa Kuniyoshi maakte maar liefst elf complete reeksen van de individuen.
Terwijl de Chūshingura-stijl rōnin steeds meer in de schijnwerpers kwamen te staan, verdwenen de feitjes langzaam in de schaduwen. Zo gingen ze de geschiedenis in, en blijven ze tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken.
Geen reactie's