Interview Mari Hamada

Mari Hamada was een van de eerste Japanse zangeressen die zich met echt stevige rock bezighield. Dit jaar viert ze het veertigjarige jubileum van haar debuutalbum ‘Lunatic Doll’. Dat doet ze onder meer met een internationale release – haar eerste in zo’n dertig jaar – van haar uitstekende nieuwe album ‘Soar’. We spraken Mari over haar rijke carrière en haar creatieve drijfveren.

Door de jaren heen is er ongeveer iedere twee jaar wel een nieuw Mari Hamada-album verschenen. Tussen ‘Soar’ en voorganger ‘Gracia’ zit echter vijf jaar, haar langste pauze tussen twee albums. “Met ieder album is er weer wat meer moeite en inspanning nodig om er een goede productie van te maken”, bekent de zangeres. “Mijn leven zou wel eens een zoektocht naar een bron van motivatie kunnen zijn. Ik heb altijd het gevoel gehad dat zingen mijn doel is. Om dat doel te bereiken ben ik altijd op zoek naar iets wat me motiveert. Afhankelijk van de tijd waarin dat gebeurt kan dat troost, vreugde, woede of frustratie zijn.

Omdat het steeds meer moeite kost om een album te produceren, duurt het vanzelfsprekend ook steeds langer. Natuurlijk was het ook zo dat het productieproces door de coronapandemie anders verliep, maar dat is uiteindelijk wel heel positief uitgepakt. Direct communiceren met de muzikanten en technici door elkaar bestanden te sturen zorgde ervoor dat ik me goed op iedere taak kon concentreren. Tegelijkertijd kon ik alles op mijn eigen tempo uitzoeken. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik al het werk heel zorgvuldig heb kunnen doen.”


Motief

Op ‘Soar’ komt Mari af en toe verrassend modern uit de hoek, zoals op het zware The Fall. Toch is het niet zo dat ze haar best doet om bij de tijd te blijven. “Ik ben me niet heel erg bewust van muzikale trends”, zegt ze resoluut. “Ik ben me ervan bewust dat mijn werk een ontwikkeling is van mijn eigen muzikale geschiedenis en niet een trend die door anderen gecreëerd is. Waar het denk ik meer aan ligt is dat mijn albums sterker beïnvloed zijn door de sociale context. De muzikanten met wie ik samenwerk zouden zich wel eens bewuster kunnen zijn van de trends die in mijn werk voorkomen.”

Mari schrijft namelijk een groot deel van haar nummers gedeeltelijk of geheel zelf. “Het initiatief komt altijd bij mij vandaan”, licht ze toe. “Dat is eigenlijk al zo sinds mijn debuut, maar het bereik en de diepte van mijn samenwerkingen hebben zich door de jaren heen vergroot. Toen we dit album schreven, ging ik altijd op zoek naar een stralend motief in een nummer en op basis daarvan vulden we de structuur en het arrangement verder in.

Natuurlijk zijn er in het verleden momenten geweest waarop het andersom ging. Vaak schrijf ik de melodie als we nummers heen en weer sturen. Er zijn nummers geweest waar het mijn taak was om het hele refrein te schrijven, maar er zijn ook nummers waar mijn focus lag op het ordenen van de melodie en het arrangement. Waar die balans in een samenwerking ligt hangt sterk af van hoe “af” het nummer was op het moment dat het voor het eerst gedeeld werd.”

Onbekend

“Tegenwoordig is een heel andere tijd dan het tijdperk waarin er weinig middelen waren om ideeën op te nemen. De ontwikkelingen van DAW’s en VST’s hebben het veel eenvoudiger gemaakt om de ideeën in mijn hoofd in concrete geluiden om te zetten. Ik kan er nu simpelweg ook meer tijd voor maken. In het verleden bracht ik ieder jaar een album uit terwijl ik ook nog aan het touren was, dus ik had weinig tijd om nummers te schrijven.

Goede akkoordenschema’s zijn niet zeldzaam, maar de opties zijn in zekere zin beperkt, dus ik zie het als mijn taak om er enige originaliteit uit te halen. Als het ook maar enigszins mogelijk is, heb ik een sterke behoefte om akkoordenschema’s en melodische structuren te verkennen die nog onbekend zijn.

Omdat ik nummers maak met zoveel verschillende muzikanten is de hoeveelheid ervaring in de opnamen toegenomen. Hierdoor ontwikkelen de creatieve ideeën zich continu. Dat is een solide basis geworden van waaruit ik kan werken. Daardoor zit ik namelijk nooit echt zonder ideeën. De enige restricties zijn tijd en energie. Dat zijn de twee grootste uitdagingen voor een artiest.”

Eindverantwoordelijk

En dan produceert Mari haar eigen albums ook nog eens. “In de veertig jaar dat ik nu bezig ben heb ik sterk het gevoel gekregen dat ik de eindverantwoordelijke voor mijn werk ben”, verklaart ze. “Als ik co-produceer met iemand anders is respect voor de ander essentieel. En is het soms noodzakelijk om compromissen te maken om vooruit te komen. Het grootste voordeel van alles zelf produceren is minder verspilde tijd. Hoe minder tijd ik in een productie heb, hoe meer verantwoordelijkheid ik heb. Dus die verantwoordelijkheid neem ik het liefst van het begin af aan al op me.

Tijd is ook een nadeel. Als ik alle keuzes zelf maak, betekent dat dat alles wat er bij een productie komt kijken op mijn schouders rust. Ik heb vaak het gevoel dat ik nooit genoeg tijd heb, hoeveel tijd ik ook heb, en dat is pijnlijk. Tijd gaat snel voorbij in de muziekindustrie en fans wachten gretig op nieuwe releases en tours. Dat is op het moment echt een probleem voor me.”


Individu

De muzikanten waar Mari op haar albums mee werkt zijn een combinatie van ervaren Japanse en Amerikaanse muzikanten. “Japanners blijven graag binnen het gedeelde begrip van de mensen om ze heen”, legt ze uit. “Ze hebben een hekel aan alles wat buitengewoon is. Amerikanen zijn zich sterk bewust dat het normaal is dat iedereen anders is en dat we individuen zijn die gerespecteerd moeten worden. Dat hoor je terug in de muziek. Als het goed is, twijfelen ze niet om hun beste ideeën te proberen, wat heel goed werkt in rockmuziek.

Wel is het zo dat ze snel opgeven zodra ze hun motivatie verliezen. Japanners steken hun hoofd niet snel boven het maaiveld uit, maar ze tonen altijd veel inzet en het resultaat is meestal bovengemiddeld. Op tour heb ik een band nodig die solidariteit en doorzettingsvermogen laat zien en daarom zijn de muzikanten met wie ik live werk voornamelijk Japans. Voor de albums bepaal ik met wie ik werk op basis van de tijdsdruk, maar ik kies er vaak voor om in de VS op te nemen. In grote lijnen althans; ieder individu is anders, ongeacht waar hij of zij vandaan komt. Iedereen met wie ik werk doet zijn best.”

Enthousiasme

“Als ik met Amerikaanse muzikanten werk, ga ik meestal naar L.A. toe om ze persoonlijk te ontmoeten en in de studio met ze te werken. Ik ben natuurlijk ook met de productie bezig en Bill Drescher, een technicus waar ik al jaren mee werk, zit er ook. Met de meeste muzikanten werk ik al dertig jaar, dus ik weet goed wat hun vaardigheden en krachten zijn.

Als ik in Japan aan een demo werk, heb ik meestal al een idee wie ik ervoor ga vragen. Het is niet beperkt tot die muzikanten, maar zodra ik met iemand werk, kan ik echt een gevoel voor hun spel ontwikkelen. Dus ik kies altijd de persoon die voelt als de juiste keuze voor het nummer.

Dat is niet per se een kwestie van hun muzikale vaardigheden. Ik hecht er veel waarde aan om mensen te ontmoeten die iets goeds in iemand anders herkennen. De harten van mensen die met enthousiasme aan mijn muziek werken zijn naar mijn gevoel hun grootste pluspunten. Dat vind ik echt belangrijk. Ik leg daarom veel nadruk op hun aard als mensen.”


Topconditie

Toen Mari’s carrière begon waren Japanse rockzangeressen vrij zeldzaam. “Ik had nooit echt een rolmodel”, beaamt ze. “De Japanse entertainmentindustrie in het bijzonder werkt op basis van een unieke verzameling waarden. Het is denk ik niet overdreven om te zeggen dat niemand me begreep. Daarom heb ik mijn aandacht altijd op internationale artiesten gericht. De stijl die het dichtst bij me lag was die van Pat Benatar, Heart, Linda Ronstadt en classic rock in het algemeen. Maar ik werd vooral geïnspireerd door zangers als Ronnie James Dio en Klaus Meine.”

Inmiddels zingt Mari al meer dan veertig jaar en haar stem lijkt niets aan kracht in te boeten. “Toen ik jong was, had ik een heel druk schema vol concerten en optredens in het mediacircuit”, legt ze uit. “Tegenwoordig probeer ik er een minder roekeloos schema op na te houden om mijn stembanden rust te geven. De mensen om me heen begrijpen dat alleen niet altijd. Mijn zangstijl vereist een topconditie die dicht bij die van een atleet ligt. Ik weet niet of je het ontwikkeling kunt noemen, maar ik ben me wel bewuster geworden van stembehoud en het verfijnen van mijn zang.”

Na een paar jaar hardrock en heavy metal gebruikte Mari haar stem vooral voor poprock en melodieuze hardrock. Recentelijk heeft ze een uitstekende niche gevonden in symfonische metal en bombastische ballads. “Voor mijn gevoel heb ik niet met genres geëxperimenteerd”, zegt ze. “Al mijn muziek geeft mijn emoties zo accuraat mogelijk weer. Ik denk dat ik de laatste jaren die krachtige sound nastreef vanwege een woede die ik lang onderdrukt heb. Muziek maken is voor mijn gevoel een bevrijding van het ego en de sublimatie van het zelf.”

Obstakel

Begin jaren negentig is er geprobeerd om Mari’s muziek internationaal aan de man te brengen. ‘Introducing… Mari Hamada’ (1993) bevatte zelfs Engelstalige versies van oudere nummers. Helaas kwam die internationale carrière nooit van de grond. ‘Soar’ is haar eerste album sinds die periode dat internationaal verschijnt. “Ik heb het idee dat de barrières tussen nationale en internationale markten omvergeworpen zijn en we in een tijd zonder grenzen leven”, denkt ze hardop. “Als we in het verleden iets internationaal uitbrachten, waren er altijd veel obstakels. Nu leven we in een tijd waarin informatie vrij vloeit zonder dat we er veel voor hoeven te doen.”

De teksten zijn nog voornamelijk in het Japans. “Ik bouw graag zinnen in mijn moedertaal en in het Japans schrijven is mijn forte”, verklaart Mari. “Maar als ik akkoordenschema’s en ritmes aan het construeren ben, zijn er bepaalde dingen die moeilijk uit te drukken zijn in het ritme van de Japanse taal. In zo’n geval ga ik voor het Engels. Dit komt omdat het Japans een taal is die niet goed bij ritmische syncopen past.

Ik wil heel graag weten wat mensen uit verschillende regio’s en landen denken als ze naar mijn muziek luisteren. Bij het maken van mijn muziek denk ik niet aan genres of landen, maar door de jaren heen heb ik allerlei verschillende gevoelens geabsorbeerd en die geprojecteerd in mijn muziek. Daarom klinkt het denk ik als een mix van alle genres. Het past denk ik in de oorsprong van huidige trends in animemuziek, maar het heeft ook een diepgang die op Europese symfonische metal lijkt. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden!”

Kevin Pasman
kevymetal@hotmail.com

Kevin is altijd op zoek naar de beste muziek van over de hele wereld. Hij is altijd benieuwd naar de drijfveren van de muzikanten die erachter zitten en verdiept zich er graag in. Voor de The Sushi Times schrijft hij over de tofste Japanse bands maar wil je meer lezen? Kijk dan ook op zijn eigen site kevymetal.wordpress.com!

Geen reactie's

Geef een reactie