Takezaki Suenaga te paard, vecht tegen Mongoolse krijgers

Kamikaze: de Mongoolse Invasies

Grote kans dat je bij het horen van “kamikaze” denkt aan piloten van de Tokkōtai* die hun bommen met vliegtuig en al in marineschepen boren. Dat ligt nou eenmaal verser in het collectief geheugen.

De propaganda die deze mannen zelf voorgeschoteld kregen greep juist vaak terug naar een veel verder verleden. Om precies te zijn: de oh-zo-bewonderenswaardige krijgersgeest van hun befaamde voorouders – de Samurai. Maar wat hebben die fatale vluchten te maken met de ambities van Kublai Khan?

*bonusweetje: een afkorting van Tokubetsu Kōgeki Tai(特別攻撃隊)oftewel de “Speciale Aanvalseenheid”.

Dreigende brieven

Het woord “kamikaze”(神風 – Goden Wind)verwijst eigenlijk naar een voorval dat bijna 750 jaar geleden gebeurde. De grote Mongoolse krijgsheer Kublai Khan had China en Korea zo goed als veroverd en zag dat ook Japan voor het grijpen lag. Maar voordat hij daar tijd en moeite in ging steken, stuurde hij eerst enkele boodschappers met het aanbod om een vazalstaat of tribuutstaat te worden.

Dat wil zeggen: Japan moest trouw zweren en regelmatig geschenken sturen. Gaan ze akkoord, dan laat hij het Land van de Rijzende Zon met rust. Zo nee, dan stuurt hij een leger om ze met harde hand te overtuigen van wel.

brief van Kublai Khan aan Japan, vóór de kamikaze
Kublai’s brief: “van de Keizer van het Grote Mongoolse Rijk, aan de Koning van Japan” [in bewaring bij de Tōdai-ji, Nara]

Hoewel er op papier een Keizer heerste, werd Japan in de praktijk destijds bestuurd door de Shōgun; een militaire opperbevelhebber. Die werd op zijn beurt al generaties lang aangestuurd door weer een andere poppenspeler: de Hōjō familie.

En blijkbaar hadden zij een gebrekkig beeld van de macht die de Khans uitoefenden, óf te veel vertrouwen in de eigen krijgersklasse, want hun reactie was… tja, geen. Ze negeerden het probleem (deze boodschappers) gewoon, in de hoop dat het vanzelf weg zou gaan. Daarmee zeiden ze in feite “Laat maar komen” en dat pakte slecht uit.


De Eerste Invasie

Na enige tijd wachten en voorbereiden, stuurde Kublai Khan in 1274 de eerste vloot oostwaarts. Het is moeilijk vast te stellen hoe groot deze precies was, omdat zowel de Chinees-Mongoolse als de Japanse bronnen het aantal tegenstanders enorm overdreven. Verliezen van een overmacht is immers minder erg, en ervan winnen des te heldhaftiger.

Naar schatting waren er vijf- à zesduizend man voor de verdedigers, tegen 20.000 tot 30.000 man voor de aanvallers. Die landden eerst op de eilanden Tsushima en Iki (ja ja, er zit wel degelijk een kern van waarheid in dat spel). Met deze uitvalsbasis in handen, vaarden ze vervolgens door naar de baai van Hakata, in de buurt van wat nu Fukuoka is.

Andere tactiek

Gelukkig hadden de Hōjō regenten in de tussentijd niet helemaal stil gezeten. Langs een deel van de noordwest kust was een muur aangelegd, en lokale samurai waren opgedragen die te beschermen. De daadwerkelijke confrontatie kwam desondanks als een flinke schok voor de Japanners.

De steppekrijgers gebruikten totaal andere tactieken en wapens, dan waar zij op dat moment bekend mee waren. Schilden bijvoorbeeld, wat bij samurai oorlogsvoering nauwelijks een rol speelde. En menselijke schilden, gemaakt van (levend) aan elkaar geregen krijgsgevangenen.

Daarbij vochten ze in formaties en linies die moeilijk te doordringen waren. Het meest opvallende waren echter de met buskruit gevulde bollen die de Mongolen gooiden; een voorloper van de handgranaat. De overwinning was voor hen duidelijk belangrijker dan persoonlijke eer.

verdedigingsmuur bij Hakata
Dit muurtje moest de hordes van Kublai tegenhouden… [bron: Agentschap van de Keizerlijke Huishouding]

Dat laatste lag bij de samurai wel even anders. Daar gingen de credits naar degene die als eerste aan het vechten was, en werd je beloond op basis van het aantal afgehakte hoofden. Een uitstekend voorbeeld van deze eerzucht is Takezaki Suenaga, die zijn heldendaden liet vastleggen op een beschilderde rol.

Daarin staat dat hij op de Mongolen af stormde zonder op zijn kameraden te wachten, waarna zijn paard sneuvelde in een pijlenregen die hij zelf maar net overleefde. Ook voor een gevecht op zee deinsde hij niet terug.

Tijdens de [spoiler!] tweede Mongoolse invasie pakte Suenaga een klein bootje, om de grotere schepen mee te kunnen bestormen. Hij had op dat moment alleen geen helm, dus bond hij één van zijn scheenbeschermers op zijn voorhoofd. Dapper of levensmoe; ’t is maar hoe je het bekijkt.

De Storm

Hoe fantastisch Suenaga en anderen ook waren, het was niet voldoende om serieuze weerstand te bieden aan de invasiemacht. Het begon erop te lijken dat Japan (of in ieder geval Kyushu) onder de voet gelopen zou worden… Maar toen opeens was daar een tyfoon, als door de Goden gezonden: een kamikaze dus.

Hoe krachtig deze precies was, is niet helemaal duidelijk, omdat er verassend weinig bewijs voor is. Was dit gewoon een flinke storm of echt een verwoestende ramp? Misschien maakten ze zich zorgen over meer en/of zwaardere tyfoons, of waren er problemen met de bevoorrading van de troepen. Hoe dan ook, de Mongoolse vloot hield het daarna voor gezien. Met een beetje hulp van boven was de strijd gewonnen.

Toch zat het Shogunaat met een groot probleem. Er kon haast niemand beloond worden, want het was een defensieve strijd geweest. Bij eerdere oorlogen kregen de beste krijgers achteraf stukken land toegewezen en financiële bonussen – naar gelang hun bijdrage.

De samurai hadden ook dit keer gevochten op leven en dood, maar er was geen nieuw grondgebied veroverd en niks buitgemaakt, dus er viel niets te verdelen. Daarnaast waren er nog een heleboel tempels die meenden een geschenkje verdiend te hebben. Het was toch zeker dankzij hun constante bidden dat de kamikaze langskwam? Zoiets kon maar beter niet nog een keer gebeuren…

De Tweede Invasie

Helaas: in 1281 probeert Kublai het opnieuw. Met behulp van Koreaanse schepen en een grotendeels Chinees leger, volgt de invasie in grote lijnen hetzelfde patroon. Eerst de tussenliggende eilanden overrompelen, dan doorstromen naar de kust van Kyushu. Echter, er was één groot verschil: Japan was er nu op voorbereid. Ze hadden betere verdedigingslinies, met een gestage stroom versterkingen vanuit het binnenland. Over het algemeen bezaten ze betere wapenuitrustingen dan de aanvallers, en waren de ‘granaten’ minder verassend dan eerst.

Bovendien had een van de Mongoolse generaals zijn landingsplek wel heel ongelukkig uitgekozen; een schiereilandje met slechts één smalle strook naar het vasteland. Het idee was schijnbaar dat zijn kamp zo makkelijker te verdedigen was, maar ja, dat werkt twee kanten op. De Japanners hoefden alleen deze ene landtong te blokkeren om zijn hele leger tegen te houden.

Japanse krijgers vechten aan boord van een Mongools schip
Suenaga en kornuiten aan boord van een Mongools schip [bron: Agentschap van de Keizerlijke Huishouding]

Dat neemt niet weg dat er hard gevochten is, en aan beide kanten slachtoffers vielen. Maar ook dit keer maakte een “kamikaze” vroegtijdig een einde aan de campagne. Dankzij een voorzorgsmaatregel die nadelig uitpakte, werd de vloot volledig aan gort geblazen. De schepen waren namelijk aan elkaar geketend. Terwijl afzonderlijke bootjes misschien een veilige haven hadden kunnen opzoeken, sleepte elk zinkend vaartuig de rest met zich mee.

Waarom deden ze dat dan? Zeeslagen waren in die tijd vooral boogschietwedstrijden, totdat men dichtbij genoeg was om aan boord te komen. Vervolgens vochten ze op het platte dek gewoon als op het land. Tijdens de eerste invasie bestormden samurai (vooral ’s nachts) afgezonderde schepen. Het maken van één groot drijvend platform moest dat dus voorkomen. Deze tyfoon maakte daar handig korte metten mee.


De Tweede Wereldoorlog

Tot slot nog heel even terug naar het recentere verleden. Het militaire bewind van de jaren ’40 had weliswaar mooie praatjes over vallende kersenbloesems en eervol sterven voor de Keizer enzo… maar dood is dood. Daar was niet elke piloot even enthousiast over.

De retoriek over het beschermen van het heilige vaderland greep daarom terug op de legendarische tyfoons van toen. Dat was immers een duidelijk teken geweest dat Japanners een bijzonder, door de oergoden uitverkoren volk zijn. Deze soldaten moesten zich maar gelukkig prijzen dat zij de nieuwe Goddelijke Wind mochten zijn, die hun nazaten zou beschermen tegen het kwaad. Daarover lees je meer in ons volgende artikel.

Maar… dat wij dit kennen als “Kamikaze” ligt eigenlijk aan een leesfoutje! Of nou ja, een interpretatieverschil. Zoals seppuku bekend kwam te staan als harakiri, populariseerde de media deze ‘informelere’ Japanse uitspraak van 神風. Officieel heette de suïcidale aanvalseenheid “Shinpū”; de ‘sjiekere’ Sino-Japanse lezing van dezelfde karakters.



BRONNEN: [1], [2], [3], [4],
Steven
japangids.info@gmail.com

Steven is een parttime reisleider en leraar Japans met een grote passie voor de taal, geschiedenis en religies. Doet ook graag aan kalligrafie en vertaalt daarvoor o.a. Nederlandse namen naar kanji, via www.japan-gids.info. Hij houdt daarnaast (misschien net iets te) van gamen, pizza en sake.

Geen reactie's

Geef een reactie