Merry – Strip (CD review)

Hoe zou Merry klinken zonder mede-oprichter Kenichi? Zo’n twee jaar geleden kondigde de gitarist aan uit de band te stappen en ‘Strip’ is het eerste album dat Merry als kwartet opnam. Kenichi schreef de laatste jaren steeds minder voor de band, maar daar kwamen mijn zorgen niet vandaan. Hoe hij en mede-gitarist Yuu totaal verschilllende gitaarpartijen speelden was een belangrijk deel van Merry’s sound. Het gemis op ‘Strip’ valt gelukkig mee. Wel valt op dat de composities tegenwoordig echt voor één gitaar zijn. Maar dat is geen probleem. ‘Strip’ is wederom een sterk Merry-album.

Mijn eerste indruk van ‘Strip’ was iets minder positief dan die van voorgangers ‘Nonsense Market’ (2014) en ‘M-Ology‘ (2017). Daar moet ik wel bij zeggen dat dat de beste Merry-albums in lange tijd waren. Net als die albums is de algehele sound van ‘Strip’ Merry’s typerende retro-rock met blues-, jazz- en punksferen. Met 37 minuten speeltijd is het zelfs voor Merry-begrippen een vrij kort album, maar dat betekent ook dat de band zich bijna alleen maar op zijn beste kant richt.

Melancholiek en nostalgisch

Wat ik persoonlijk erg prettig aan ‘Strip’ vind is de algehele sfeer van het album. Merry heeft nog nooit een slecht album gemaakt, maar er is een periode geweest waarin de band vooral relatief agressief materiaal speelde. Dat kunnen ze, maar Merry klinkt op zijn best als het materiaal een wat melancholieke, nostalgische sfeer heeft. Deze sfeer is volop aanwezig op ‘Strip’. Het relatief ingetogen Ai Nante Shosen Gunso de Tsugo no Ii Mono Nanoni is hier het duidelijkste voorbeeld van. Maar zelfs de meeste energieke nummers hebben een ietwat trieste ondertoon.

Compositorisch leunt de muziek op ‘Strip’ veel minder op de interactie tussen twee gitaren. Aan de ene kant kun je op nummers als de lekker vlotte afsluiter Mechanical Worlds bijna horen wat Kenichi erop gespeeld zou hebben, maar het geheel klinkt niet kaal of incompleet. Bassist Tetsu vangt Kenichi’s plek in het spectrum soms op met iets meer melodische baspartijen of een voller geluid, maar Yuu en drummer Nero zijn er in hun composities duidelijk op gebrand om de band ook als kwartet te laten werken. En dat is ze uitstekend gelukt. Bovendien hoor je mij niet klagen over meer plek voor Tetsu. Hij is een van de meest onderschatte rockbassisten van Japan.

Ruimte voor melodie

Vanwege de niet al te agressieve koers op ‘Strip’ staan de melodieën centraal op ‘Strip’. En zo is Merry ook op zijn best. Gara heeft niet per se een van de beste stemmen van de J-rock, maar hij is wel goed in alle emotie uit de noten die hij zingt wringen. Daar is met de koers van ‘Strip’, ‘M-Ology’ en ‘Nonsense Market’ simpelweg veel meer ruimte voor. Zelfs in wat stevigere nummers als het fantastische Erotica en het bijna atonale New Romantic [Noise Core] laat hij zich nauwelijks tot schreeuwen of krijsen verleiden.

Nero is verantwoordelijk voor de meest verrassende nummers van het album. Naast Erotica is ook Tooi Mukashi no Ren’ai Song van zijn hand, dat best in een rokerige jazzkroeg gespeeld kan worden. Het is een vrij ingetogen rocker dat voor een groot deel op een simpele, maar te gekke soulvolle baslijn van Tetsu leunt. Ook het dynamische Tabako is van Nero’s hand en een van de boeiendere nummers van het album.

Een ander hoogtepunt is Rat-a-Tat-Tat, waarvan het door zijn titel verrassend is dat hij níét van de drummer is. Er is een bijna Midden-Oosters aandoende melodie door het nummer geweven en de ritmes zijn het typische idee van het beste werk van Merry: wat als we de jazzclub naar het rockpodium brengen? Het simpele refrein bouwt de spanning fantastisch op en heeft later in het nummer een heel andere ritmische aanpak. Bremen is het “heavy vaudeville”-idee waar Merry vaker mee flirt.

Nieuw hoofdstuk

‘Strip’ is geen perfect album, maar dat komt eigenlijk alleen door Blue Moon. Mijn mening over dat nummer is een beetje vertroebeld omdat ik niet van elektronische muziek houd, maar ik kan me bijna niet voorstellen dat iemand voor zo’n sound naar Merry luistert. Buck-Tick experimenteert met soortgelijke elektronica – met wisselend succes – maar daar zijn altijd nog gitaren op te horen. Blue Moon is alleen op elektronische geluiden gebouwd en heeft eigenlijk alleen een tof pre-refrein om te spanning nog een beetje vast te houden.

Maar verder is ‘Strip’ een uitstekend nieuw hoofdstuk in het verhaal van Merry. Muzikaal lijdt de band niet echt onder het vertrek van Kenichi. Dat is ook niet gek, want Yuu was al jaren de voornaamste componist van de band. Wat wel knap is, is hoe de band de om elkaar heen dansende gitaren uit de muziek gefaseerd heeft zonder ook maar iets van hun identiteit op te geven. De limited edition heeft een bonus-cd waarop het te gekke debuutalbum ‘Gendai Stoic’ integraal live wordt gespeeld. Daar valt het veel meer op dat Merry nog maar één gitarist heeft. Maar ook dat wordt eigenlijk best aardig door de rest van de band opgevangen. Ik ben hoopvol over de toekomst van Merry.

Verrassend genoeg is ‘Strip’ ook op de grote Europese streamingplatformen te vinden. Omdat de bandnaam en de albumtitel het zoeken niet al te makkelijk maken (nee Google, ik bedoel niet Meryl Streep) hebben we een Spotify-playlist met het album bijgevoegd.

Kevin Pasman
kevymetal@hotmail.com

Kevin is altijd op zoek naar de beste muziek van over de hele wereld. Hij is altijd benieuwd naar de drijfveren van de muzikanten die erachter zitten en verdiept zich er graag in. Voor de The Sushi Times schrijft hij over de tofste Japanse bands maar wil je meer lezen? Kijk dan ook op zijn eigen site kevymetal.wordpress.com!

Geen reactie's

Geef een reactie