Ningen Isu blog header

Recensie: Ningen Isu – Shin Seinen

Ningen Isu is een instituut en komt wederom met een nieuw albuw ‘Shin Seinen’, waarmee ze ondanks alle jaren wederom weten te vernieuwen. Het trio bestaat alweer meer dan dertig jaar. Gitarist Shinji Wajima en bassist Kenichi Suzuki zijn er al vanaf het begin bij en Nobu Nakajima zit inmiddels ook alweer vijftien jaar achter het drumstel. Dat zal niet altijd even makkelijk geweest zijn. Ningen Isu komt uit het redelijk afgelegen Aomori, dat nou niet bekend staat om zijn bruisende muziekscene. Dat heeft de band echter nooit tegengehouden. Sterker nog, ze maken al dertig jaar steengoede albums. Zelfs de mindere platen, zoals het twee jaar terug verschenen ‘Ijigen Kara no Hoko’, zijn de moeite waard.

Gelukkig is ‘Shin Seinen’ een van de beste albums die Ningen Isu tot nu toe maakte. In principe doen de heren niets nieuws. De overduidelijk door Black Sabbath, Rush, Budgie en Led Zeppelin beïnvloede sound staat nog altijd recht overeind. Subtiele folky invloeden geven de zware, meestal niet al te snelle gitaarriffs hun karakter. En de vocalen zijn uniek. Goed; Wajima, Suzuki en Nakajima zijn geen van allen topzangers, maar wat ze doen past bij de muziek.

De heren lijken er niet op uit om hardrock en metal te vernieuwen. Hun lievelingsmuziek werd overduidelijk in de jaren zeventig gemaakt en zo willen ze zelf ook spelen. Wat ‘Shin Seinen’ zo goed maakt is dat Ningen Isu zich daar ook volop op richt. Op ‘Ijigen Kara no Hoko’ klonk het experiment af en toe nog wat geforceerd. ‘Shin Seinen’ klinkt eenvormiger, maar gek genoeg weet de band de aandacht hier langer vast te houden. En dat terwijl het album een klein kwartier langer duurt. Het geheim ligt in dynamiek. Door meer te spelen met wisselende tempo’s en intensiteit weet Ningen Isu hier alles uit zijn typerende geluid te halen.

Tussenkop

Liefhebbers van de band hebben inmiddels de videoclip van Shin Seinen Maegaki waarschijnlijk al gezien. De Monty Python-achtige animaties zijn geinig, maar het zou mooi zijn als dit niet afleidt van wat een goed nummer het is. Het is bedoeld als inleiding voor het album en daar slaagt Shin Seinen Maegaki uitstekend in. Alle drie de heren zingen op het nummer en zowel de wat zwaardere doom metal als de meer uptempo rock ‘n’ rollkant van de band komen naar voren. Die combinatie is op het album sowieso veel te horen. Het stampende Jigoku Kozo, het met shamisen opgesierde Iro wa Nioedo en het felle Anata no Shiranai Sekai.

Als ik het totaalgeluid van ‘Shin Seinen’ met een eerder Ningen Isu-album zou moeten vergelijken, dan is het hun meesterwerk ‘Kaidan Soshite Shi to Eros’ uit 2015. ‘Shin Seinen’ is minder zwaar dan dat album – de rockinvloeden zijn nadrukkelijker – maar het album lijkt een soortgelijke filosofie te hebben. Gewoon goed geschreven nummers spelen zonder er al te veel bij na te denken. Het album profiteert absoluut van de goede wisselwerking tussen Wajima, Suzuki en Nakajima. Al is er duidelijk wel veel aandacht in de composities gestoken. Veel nummers zijn te complex om al improviserend ontstaan te zijn.

Onverwacht

Ningen Isu’s beste albums hebben vaak een verrassende invalshoek. Gek genoeg komt ‘Shin Seinen’ niet eens zo heel vaak verrassend uit de hoek. Tsuki no Appenine San is zo’n beetje het enige nummer dat echt onverwacht komt. Het kalme nummer is gebouwd op een rustige gitaarpartij van Wajima en een wat meer folky stuk later in het nummer. Het doet een beetje denken aan de eerste helft van de klassieker Yashagaike van hun tweede album. Het onheilspellende einde is fantastisch en gedurfd.

Verder zitten de verrassingen vooral in de arrangementen. Ningen Isu werkt op ‘Shin Seinen’ opvallend vaak met melodieuze dubbelstemmige zang (Kagami Jigoku, Shin Seinen Maegaki) en sfeerwisselingen (Yaneura no Sanposha, Uchu no Disclosure). In Uchu no Disclosure is het ook interessant om te horen hoe goed de livesituatie op een studioalbum gevangen is. De gitaarsolo van Wajima wordt alleen begeleid door bas en drums, maar klinkt geen seconde kaal of krachteloos.

Slotnummer Mujo no Scat had bij wijze van spreken ieder Ningen Isu-album af kunnen sluiten, maar de losse onderdelen steken waanzinnig interessant in elkaar. Wajima’s gitaararrangementen zijn fantastisch. Vooral het tweestemmige gitaarstuk onder delen van zijn fantastische gitaarsolo is overtuigend. Als geheel doet het Mujo no Scat enigszins aan momenten van ‘Ogon no Yoake’ (1992) denken. De videoclip van het nummer was overigens een mooie introductie tot ‘Shin Seinen’.

Nieuwe jeugd

Heb jij die introductie tot ‘Shin Seinen’ of Ningen Isu nodig? Het lijkt erop dat de band zich inmiddels realiseert dat ze ook buiten Japan een groot publiek hebben. Niet alleen hebben steeds meer van hun literair georiënteerde nummers Engelse ondertiteling op hun YouTube-kanaal en is de hele discografie van de band op platforms als Spotify en iTunes te vinden, in februari speelt Ningen Isu zelfs voor het eerst in hun bestaan in Europa. Helaas niet in Nederland, maar er zijn wel twee shows in Duitsland en een in Engeland.

Ze hadden het niet beter kunnen timen, want ‘Shin Seinen’ is een van de beste Ningen Isu-albums tot nu toe. ‘Kaidan Soshite Shi to Eros’ was al een indrukwekkend bewijs dat deze oude rotten later in hun carrière nog muziek kan maken die met hun oude werk te meten is en ‘Shin Seinen’ zet die lijn voort. Wat dat betreft is de titel (die te vertalen is als “nieuwe jeugd”) ook nog eens goed gekozen. ‘Shin Seinen’ bewijst dat de toenemende populariteit van Ningen Isu gerechtvaardigd is. Hou je van ouderwets goede rock, dan is dit een dikke aanrader.

Tags:
,
Kevin Pasman
kevymetal@hotmail.com

Kevin is altijd op zoek naar de beste muziek van over de hele wereld. Hij is altijd benieuwd naar de drijfveren van de muzikanten die erachter zitten en verdiept zich er graag in. Voor de The Sushi Times schrijft hij over de tofste Japanse bands maar wil je meer lezen? Kijk dan ook op zijn eigen site kevymetal.wordpress.com!

Geen reactie's

Geef een reactie