05 jul Shinobi: De Ware Ninja
Eerder spraken we al over een paar aspecten van de altijd populaire ninja, ook wel bekend als shinobi. Het zal je echter vast niet verbazen dat ons huidige beeld – een volledig in het zwart geklede, geruisloze sluipmoordenaar met tig wapens en allerlei bovenmenselijke krachten – een beetje ahistorisch is. Sterker nog, de term “ninja” wordt pas sinds de 20e eeuw gebruikt! In dit deel gaan we een kijkje nemen in de schaduwen tussen feit en fictie.
In den beginne…
Zo’n achthonderd jaar geleden, toen krijgers in Japan steeds machtiger en belangrijker werden, was er haast geen grotere eer dan de eerste te zijn die zich in de strijd werpt. Gewapend met een boog of speer, en gekleed in een kleurrijk harnas – misschien wel het vaandel van je clan erop – riep je dan je naam en afkomst, zodat iedereen zou weten wie die uiterst moedige samurai was die op ze af kwam. Althans, zo gaat het verhaal…
Voor een eerzuchtige soldaat is dat natuurlijk prima, maar als leidinggevende is dit niet altijd de beste strategie om een veldslag mee te winnen. Soms is het beter om je even te verstoppen en te wachten tot de vijand niet op zit te letten, voordat je tot de aanval overgaat. Daar danken we de term 忍者 “shinobi [no] mono” aan. Die tekens worden meestal gezien als ‘verbergen’ en ‘persoon’, al betekent de 忍 ook ‘volharden/ doorzetten’.
Niet volgens het boekje
De eerste shinobi waren gewoon samurai, maar dan met ongebruikelijke methodes. Je verdekt opstellen voor een hinderlaag bijvoorbeeld. Of inbreken in een fort, in plaats van de grote veldslag af te wachten. Één van de vroegste (14e eeuwse) voorbeelden hiervan is een klein groepje samurai dat ’s nachts de muren beklom van een kasteel en –zonder veel ophef te maken!– van binnenuit de boel in de fik zette. De verdedigers, die dachten dat er verraders onder hen waren, begonnen daardoor zelfs met elkaar te vechten.
Dit soort tactieken bleken best wel handig. Zeker wanneer de insluipers zich voordeden als soldaten van de tegenstander, waren ze in staat om heel snel chaos en verwarring te zaaien binnen een vijandelijk kamp. Zodoende waren er al gauw mensen die zich gingen specialiseren in deze vaardigheden. Dat omvatte alles wat een vijand kon hinderen; van sabotage, brandstichting, proviand en wapenuitrustingen stelen, tot valstrikken leggen, spioneren en het verspreiden van valse informatie.
Goochelende gifmengers
Hoewel er aardig wat verhalen over zijn, is er geen schriftelijk bewijs dat ze met gif werkten. Men had in Japan wel een redelijke kennis van “kanpō”: Chinese geneeskunde, gebaseerd op allerlei kruidenmengsels en Taoïstische principes. Die gebruikten ze o.a. voor het tegengaan van dorst, honger, en het genezen van wonden. Het zou dus kunnen dat kennis van giffen alleen mondeling werd overgedragen.
Een ander populair idee zijn de mysterieuze handgebaren die ninja maken, grenzend aan magie. Deze zogeheten “mudra” komen eigenlijk uit verschillende tradities van het esoterisch Boeddhisme, zoals Shingon en de daarmee geassocieerde scholen/sekten. Bijvoorbeeld de yamabushi: strikte religieuze asceten die in de -vaak heilige- bergen leefden. Men dacht dat zij (net als shinobi) trainden met tengu, en zodoende allerlei mystieke en bovennatuurlijke gaven hadden ontwikkeld.
Geen glazen plafond
Vrouwen op het slagveld waren in middeleeuws Japan een zeldzame verschijning, maar het bestaan van vrouwelijke ninja zal niet veel lezers verbazen. Ze zijn immers een populair thema in manga/anime en games (al zijn die vaak maar half aangekleed…). In het echt werden ze onder andere ingezet als afluisteraars en infiltranten, bijvoorbeeld door in dienst te gaan bij een bepaald huishouden. Of een enkele ‘(on)natuurlijke’ dood hier en daar door vrouwenhand is bespoedigd, kunnen we niet met zekerheid zeggen – net zoals we het niet kunnen uitsluiten!
Voor deze dames bestaat trouwens een aparte term, afgeleid van het Chinese karakter voor “vrouw” –> 女. De lijnen waarmee je dit schrijft zijn een hiragana ‘ku’ (く), een katakana ‘no’ (ノ), en het kanji ‘ichi’ (一). Vandaar dat vrouwelijke shinobi ook wel “kunoichi” worden genoemd.
Special Operations
De term “shinobi” is sowieso best algemeen en weinig gebruikt in het oude Japan. Deze mensen hadden diverse achtergronden, van lokale samurai en meesterloze ronin tot bewapende boeren en ordinaire struikrovers. Ook het takenpakket was divers. Afhankelijk van iemands talenten, zette men shinobi in voor uiteenlopende opdrachten, waar logischerwijs aparte termen voor bestonden. Soms verschilde het woord nog per streek. Je was dus geen “ninja”, maar een verkenner, saboteur, spion, dubbelagent, ‘commando’ of een menselijke boobytrap. En ja, heel misschien ook wel huurmoordenaar. Men deed wat nodig was, wanneer het nodig was.
Het waren in de meeste gevallen gewoon huurlingen, bereidt om te vechten voor iedere daimyō (krijgsheer) die hen voldoende beloonde. Hoewel sommige kennis misschien slechts in beperkte kring werd doorgegeven, bestond er geen geheimzinnige overkoepelende organisatie van die-hard elite eenheden. Het is bovendien niks nieuws. Dergelijke strategieën (contraspionage e.d.) staan uitvoerig beschreven in Sun Tzu’s “de Kunst van Oorlogvoering”, die iedere fatsoenlijke legeraanvoerder destijds zou moeten kennen. Het werd dus niet per se gezien als “oneervol” of “laf” om zulke middelen te gebruiken.
Ninja hotspot
Een gebied dat in het bijzonder bekend staat om de shinobi tradities is Iga, ten oosten van Kioto. Aan het begin van de Sengoku (“Strijdende Staten”) periode was deze bergachtige regio grotendeels onafhankelijk van de krijgsheren die elkaar bevochten. Een soort Zwitserlandje, maar dan minder rijk. De inwoners ervan zaten echter niet stil; ze beoefenden naar eigen inzicht verschillende vechtkunsten en guerilla-tactieken, en boden zich te huur aan. Dit werd de broedplaats van wat we nu ninja noemen.
De enige die het aandurfde – en aankon – Iga te veroveren, was de man met de grootse ambities van heel het land: Oda Nobunaga. In eerste instantie nam zijn zoon het initiatief, die vernederend hard verslagen werd. Twee jaar later was het Nobunaga zelf die ze toch op de knieën kreeg. Met meer dan 44.000 soldaten vielen zijn generaals vanuit zes richtingen Iga binnen, elk dorp platbrandend dat ze tegenkwamen. Ondanks verschillende succesvolle hinderlagen en een directe aanslag (met vuurwapens) op het leven van Nobunaga, bleek deze strijd niet te winnen. Zelfs niet voor ninja.
Dat betekent niet dat daarmee hun tradities ophielden te bestaan. Veel mensen uit Iga vertrokken naar andere delen van Japan, om daar hun talenten aan te bieden. Zo ligt er ook in de bergen van Nagano een ninja museum. Anderen bleven in de streek en werkten voortaan voor de Oda. De man die uiteindelijk Japan herenigde – Tokugawa Ieyasu – heeft mogelijk zijn leven aan deze mensen te danken. Zij smokkelden hem namelijk veilig weg uit de streek rondom Kioto, nadat zijn bondgenoot Nobunaga verraden was door een andere generaal. Bij wijze van dank heeft hij later veel shinobi in dienst genomen als bewaking van zijn kasteel in Edo (het huidige Tokio).
Geen reactie's