09 aug De Tijger en de Draak – samurai aartsrivalen
Sherlock en Moriarty, Magneto en Professor X, Batman en de Joker; stuk voor stuk tegenstanders die elkaar steeds opnieuw treffen, zonder dat één ooit echt de ander overmeestert. Zo ging het ook tussen Takeda Shingen en Uesugi Kenshin, die als bijnamen de Tijger en de Draak hadden. Deze 16e-eeuwse samurai krijgsheren vochten tientallen jaren veldslagen tegen elkaar, maar hadden ook veel wederzijds respect. Een legendarische rivaliteit!
Mythische wezens
In de oude Chinese kosmologie zijn de draak en de tijger beschermers van de windrichtingen oost en west. Als heersers van al het water, inclusief wolken en regen, worden draken gezien als symbool van het Hemelse, terwijl tijgers juist het Aardse vertegenwoordigen. De een is yang, de ander yin, en zodoende zijn de twee in een eeuwige ‘strijd’ verwikkeld die altijd in balans blijft. Het is een klassiek thema dat veel terugkomt in Aziatische kunst, van houtsnijwerken tot tatoeages.
De Tijger van Kai
Takeda Harunobu was geboren in jaar 1 van Dai’ei (1521) in Kai; tegenwoordig de prefectuur Yamanashi. Als oudste zoon van Nobutora -het hoofd van de Takeda familie- werd hij al vroeg klaargestoomd voor een leven als leider en legeraanvoerder. Aan ambitie en temperament ontbrak het hem in ieder geval niet. Op zijn 15e stond hij al op het slagveld, en veroverde het fort Un-no-Kuchi, nadat zijn vader’s troepen zich hadden moeten terugtrekken. Deze strijdlust leverde hem de bijnaam “ Kai no Tora” (Tijger van Kai) op.
Het duurde dan ook niet lang voordat hij het stokje overnam van Nobutora. Vier jaar na deze eerste overwinning kwam hij in opstand en verbande zijn vader uit hun land. Na het smeden van bondgenootschappen met de grote families ten zuiden en oosten, begon Harunobu gestaag aan de noordwaartse uitbreiding van zijn territorium. Daar stuitte hij op flinke weerstand in de persoon van Uesugi Kenshin, met wie hij de rest van zijn leven in conflict bleef.
De Boeddhistische naam Shingen nam hij trouwens pas aan op zijn 38e, toen hij ingewijd werd bij een Zen tempel.
De Draak van Echigo
Nagao Kagetora werd geboren in Kyōroku 3 (1530) in de provincie van Echigo; het huidige Niigata. Ironisch genoeg betekent zijn naam “Schaduw Tijger”, wat een verwijzing is naar zijn sterrenbeeld. Hij hield dat vast bij zijn eerdere naamswijzigingen naar Masatora (“Regerende Tijger”) en later Terutora (“Stralende Tijger”), totdat ook hij een Boeddhistische gelofte aflegde en de naam Kenshin aannam. Zijn bijnaam ‘Draak’ komt dus vooral door zijn rivaliteit met Shingen. Wel droeg hij op zijn vaandels (oorlogsvlaggen) ook het gestileerde Chinese karakter voor draak.
Net als Shingen werd Kenshin op zijn 19e het hoofd van zijn familie, na de dood van zijn vader en oudere broers. De Nagao waren op dat moment nog krijgers in dienst van de Uesugi familie, maar niet lang meer. Twee jaar later klopte Uesugi Norimasa, afgazant van de shogun en heer van Echigo, aan bij Kenshin voor bescherming tegen de Hōjō en de Takeda families. Die ging daarmee akkoord op voorwaarde dat hij aangewezen werd als officiële erfgenaam van Uesugi, plus zijn rang en titels kreeg. Zo gezegd, zo gedaan, was het vanaf toen aan hem om de provincie te beschermen tegen de andere Tijger… als de Draak.
Veldslagen bij Kawanakajima
Begin jaren ’50 (van de 16e eeuw) troffen hun legers elkaar regelmatig. De bekendste veldslagen vonden plaats op een vlakte die Kawanakajima heet; “het eiland in het midden van de rivieren”. Daar vochten ze vijf keer in elf jaar tijd. Meestal was het Shingen in de aanval en Kenshin in de verdediging. Geen van beiden zwaargewichten wilde echter meteen alles in de strijd gooien, dus voerden ze eerst een aantal kleine “speciale militaire operaties” uit. Schermutselingen waarbij niemand echt terrein won of verloor. Het is vooral de vierde veldslag die beroemd is geworden als dé Slag bij Kawanakajima. Het was een van de grootste van de eeuw, met de zwaarste verliezen. Toch eindigde het min of meer in ‘gelijkspel’. Aan beide kanten sneuvelde naar schatting meer dan 60~70% van de manschappen. Shingen verloor bovendien zijn jongere broer en beste strateeg. Dat ging ongeveer als volgt:
Eeuwige roem
In het najaar van 1561 verzamelde Kenshin een groot leger -ongeveer 18,000 man- met de intentie zijn agressieve buurman permanent uit te schakelen. Het eerste fort over de grens werd met groot gemakt ingenomen, maar dankzij een reeks vuursignalen konden ze Shingen waarschuwen. Die riep direct een eigen leger bijeen om hem tegemoet te komen.
Tegen de tijd dat hij bij Kawanakajima aankwam, bestond dat uit zo’n 20,000 man. Het plan was om de helft daarvan ’s nachts door de heuvels achter Kenshin’s troepen te manoeuvreren. Die konden ze dan het veld in jagen, waar de andere helft van Shingen’s leger ze zou opwachten. Of Kenshin gebruik maakte van spionnen of gewoon zijn tegenstander goed kende weten we niet, maar hij doorzag het plan en bedacht een tegenstrategie.
Hij liet een klein deel de achterhoede bewaken en verplaatste -zo stil mogelijk- het hele leger ’s nachts al naar de grote vlakte. Tegen zijn verwachtingen in was het dus Shingen zelf die ’s ochtends werd verrast door aanstormende soldaten – en nu ook nog eens in de minderheid! De linies hielden desondanks lang stand, maar op enig moment wist Kenshin persoonlijk door te breken tot het “commando centrum”.
Totaal onvoorbereid op deze plotselinge aanval, kon Shingen zich enkel verdedigen met een houten of metalen waaier, toen Kenshin naar hem uithaalde met zijn zwaard. Dankzij dit epische 1-op-1 moment tussen de Tijger en de Draak zelf, heeft het een permanente plek gekregen in de Japanse (pop)cultuur.
Niet zo salty
Nadat Tokugawa Ieyasu begin 17e eeuw eindelijk een langdurige stabiele vrede wist te creëren, kwam er een verbod op de verheerlijking van andere samurai families. Maar… zowel de Takeda als de Uesugi families waren ten onder waren gegaan in de Strijdende Staten periode. Prentenmakers mochten hen dus wel afbeelden. Dat maakte de rivaliteit tussen de “Tijger van Kai” en de “Draak van Echigo” door de eeuwen heen een heel populair onderwerp. Vooral de vierde veldslag bij Kawanakajima natuurlijk. Ook nu kom je ze nog vaak tegen in manga, anime, games, TV series en films, van isekai tot sci-fi. Altijd als geduchte tegenstanders, maar met wederzijds respect.
Dat Kenshin en Shingen elkaar hoog achtten, bleek bijvoorbeeld toen laatstgenoemde zijn bondgenootschap met de Imagawa en Hōjō verbrak. Die blokkeerden vervolgens Shingen’s aanvoerroutes van zout. In die tijd was dat een heel belangrijk iets, onder andere om eten langer houdbaar te maken. Omdat de provincie Kai is omsloten door bergen, hadden ze geen enkele mogelijkheid om het ergens anders te halen. Toen Kenshin hiervan hoorde, schijnt hij gezegd te hebben dat hij “vecht met het zwaard, niet met zout” en stuurde hij meerdere ladingen vanuit Echigo. Zelfs na het overlijden van de man die herhaaldelijk zijn land probeerde in te pikken, uitte hij nog zijn lof. Toen Shingen in 1573 stierf (waaraan is niet precies bekend), betreurde Kenshin de dood van zijn favoriete vijand met de woorden dat er “nooit meer een dergelijke held zal zijn”.
Geen reactie's